Dogmatiek – Serie Christologie – De verzoeking in de woestijn – Deel 7 – Dogmatiek

6 augustus, 2023

Rubrieken: Dogmatiek

Dogmatiek –  Christologie

Jezus en de verzoeking in de woestijn

Deel 7

Inleiding

De vraag waartoe de verzoeking van de Heer Jezus in de woestijn diende, heeft alles te maken met wie u denkt dat Hij is! Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Wie zegt u dat Ik ben! Het antwoord op die vraag zal onze visie over de verzoeking in de woestijn bepalen. Dat heeft ook te maken met zoveel andere voorvallen beschreven in het Nieuwe Testament. Wie kan zonden vergeven dan alleen als de Heer Jezus, God was!? (Mat.9:6; Mark.2:7). Wie kon melaatsen genezen, dan alleen als de Heer Jezus, God was!? (Luk.7:22; 17:12). Wie kon op het water lopen, dan alleen als de Heer Jezus, God was!? (Mat.14:25v.).

In een ander artikel in deze reeks Christologie zal worden ingegaan op de vraag: Was de Heer Jezus God? In dit artikel gaan we in op de vraag of de Heer Jezus zonder zonde was en waartoe de verzoeking in de woestijn diende? In tegenstelling tot een eerder gepubliceerd artikel over de verzoeking in de woestijn (Kracht voor de reis), die u kunt vinden op mijn website in de Rubriek: NT – Evangeliën 2 – het evangelie naar Lukas dat praktisch van aard is, gaan we hier meer de theoretische kant van het onderwerp belichten.

De realiteit van het bestaan van de duivel

De duivel is geen idee maar een werkelijke persoon en is onmiskenbaar aanwezig in de Bijbel, van de eerste tot de laatste bladzijde. Het is een gevallen engel die een leger demonen tot zijn beschikking heeft (vgl. Ez.28; Jes.14). De Heer Jezus zegt van hem dat de satan: ‘Een mensenmoordenaar vanaf het begin is en de vader van de leugen’ (Joh.8:44). Het bestaan van de satan, naar de betekenis van zijn naam, de tegenstander van God. Het is een realiteit in de Bijbel en wordt erkend door de Heer Jezus. Het is geen idee-fixe, een waanidee, maar een persoon die met verschillende benamingen in de Bijbel voorkomt en zich op verschillende wijzen openaard. Hij is de duivel, diabolo, lasteraar, aanklager, die God bij de mensen aanklaagt en de mensen bij God. Hij is de oude slang (Op.12:9), de vader van de leugen (Joh.8:44), de overste van deze wereld (Joh.12:31). Hij doet zich voor als een ‘engel van het licht (2Kor.11:14) en als een ‘briesende leeuw’ (1Petr.5:8). (Zie voor meer uitleg Rubriek: Beknopte Dogmatiek).

Was de Heer Jezus zonder zonde?

De eerste vraag die altijd gesteld wordt bij het lezen of bespreken van het verslag van de verzoeking in de woestijn, is: ‘Als de Heer Jezus, zonder zonde was en niet kon zondigen, waarom dan die beproeving, dan stond de uitkomst toch al van tevoren vast? Deze vraag brengt ons direct naar twee volgende vragen en de eigenlijke kern van het probleem. (1) ‘Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzamen zijn? (Mark.4:41). (2) waartoe diende de verzoeking? We willen nagaan wat de Schrift ons daarover meedeelt.

De maagdelijke geboorte, de vleeswording en de verwekking van Jezus in de moederschoot zijn allemaal unieke, wonderbaarlijke gebeurtenissen en maken deel uit van het fundament van de leer betreffende ‘de zondeloosheid van de Heer Jezus’. Ja, zal iemand zeggen: Adam was ook zondeloos en zondigde, dan zou Jezus dat ook kunnen gebeuren’. Wat is het verschil dan tussen de ‘eerste’ en de ‘tweede Adam’? Het voert ons, in het kader van het eigenlijke wonderwerp te ver om daarop verder in te gaan, maar we moeten wel rekening houden met het feit dat de Heer Jezus niet zomaar een mens was; Hij was van een totaal ander mensentype dan Adam was. 1 Korinthiërs 15 wijst al op het verschil, want we lezen daar dat de eerste Adam werd tot een ‘levende ziel’, de tweede Adam (Jezus) tot een ‘levendmakende geest’ (1Kor.15:45). De Heer Jezus vertoonde overeenkomsten met de ‘eerste Adam’, maar ook verschillen en één van die verschillen in zijn zondeloosheid. De vraag of de Heer Jezus niet gezondigd heeft, wordt wel beantwoord door het getuigenis dat de Schrift van Hem geeft. ‘In die altijd wat Hem welbehaaglijk is’ (Joh.8:29) en ‘Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem die Mij heeft gezonden en zijn werk volbreng’ (Joh.4:34). Nog duidelijker wordt wanneer de Heer Jezus de Joden zelf om een antwoord vraagt wanneer Hij zegt: ‘Wie van u overtuigd Mij van zonden?’ (Joh.8:46). Een vraag die onbeantwoord blijft, maar waar de Schrift zelf wel antwoord op geeft! De Heer Jezus had geen zondige natuur en kon ook niet zondigen. ‘Wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan mee lijden, maar Één die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde’ (Heb.4:15). Paulus gaat nog verder wanneer Hij zegt: ‘Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt’ (2Kor.5:21). De apostel Johannes zegt ‘In Hem is geen zonde’ (1Joh.3:5). Petrus spreekt van ‘een vlekkeloos en onbesmet lam’ (1Petr.1:19; Heb.9:14). Daarom dat in het evangelie naar Lukas gezegd wordt: ‘De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal dat Heilige dat geboren zal worden, Gods Zoon worden genoemd’ (Luk.1:35). En omdat de Heer Jezus zonder zonde was kon Petrus ook schrijven: ‘Hij, die geen zonde heeft gedan en geen bedrog werd in zijn mond gevonden…’ (1Petr.2:22v.).

Waartoe diende de verzoeking in de woestijn?

Het is op z’n minst vreemd te noemen wanneer christenen die geloven in de pre-existentie van Jezus, in zijn maagdelijke geboorte, in zijn zondeloosheid, in zijn Godheid, en ga zo maar door, het zo moeilijk hebben met de verzoeking van de Heer Jezus door de duivel in de woestijn. Waarom willen ze zo graag dat Jezus’ kon zondigen? Als Jezus God was is Hij dan opgehouden God te zijn, en wanneer dan? Ja, zegt men dan: Hij was een mens zoals wij!’, maar Hij was meer dan dat zoals we hierboven hebben gezien! Maar is er enige aanleiding in de Bijbel te vinden dat Jezus zou kunnen zondigen, geeft niet heel zijn leven getuigenis van zijn zondeloosheid? En is er één gedeelte in het NT te vermelden waarin staat dat Hij gezondigd heeft? Is er enige aanleiding in het verslag van de verzoeking in de woestijn waarin aanleiding kan worden gevonden dat de Heer op het punt stond om toe te geven en te zondigen? Integendeel, Hij toonde zich de grote Overwinnaar, Die met gezag sprak: ‘Er staat geschreven!’ Om kort te gaan men wil een antwoord op de vraag: ‘Waartoe diende dan de verzoeking in de woestijn?’, want als Jezus niet kon zondigen waarom dan die verzoeking? Alsof de enige uitleg en verklaring van dit Bijbelgedeelte is om aan te tonen dat Jezus in de mogelijkheid is geweest om te zondigen en het toch niet heeft gedaan… Er zijn meerdere redenen aan te wijzen waarom deze verzoeking plaatsvond:

(1) De Heer Jezus werd niet in deze verzoeking geleid om aan zijn Vader te tonen welke gezindheid Hij bezat, de Vader had daar al getuigenis van gegeven door Hem aan te duiden als de Zoon in Wie Hij al zijn welbehagen had (3:22).

(2) Ook werd de Heer Jezus niet door de satan verzocht opdat Hij zou zondigen. Satan wilde wellicht zo’n confrontatie niet eens aan, omdat hij ‘wist’ wie de Heer Jezus was en dat Hij in staat zou zijn om elke aanval af te slaan. Het ‘als U Gods Zoon bent’ (vs.3) dient dan ook gelezen te worden als ‘omdat ik weet dat U Gods Zoon bent.’ Het is geen veronderstelling maar een bevestiging.

(3) De derde mogelijk verklaring zou kunnen zijn dat de Heer Jezus hier zijn macht die Hij bezat kon laten zien door de duivel te overwinnen. Een overwinning die later definitief werd door het kruis (Kol.2:15).

(4) De vierde verklaring is de al genoemde, de praktische.

______________________________________________________________________________________________________________________________