Serie: De zeven Gemeenten
Deel 8 – De Gemeente te Filadelfia
Openbaring 3:7-13
Voorwoord
Veel uitleggers zijn van mening dat de gemeente te Filadelfia het tijdperk van ná de Tweede Wereldoorlog weergeeft. Mede door de (her-) ontdekking van het profetisch Woord in de negentiende eeuw. De bedelingenleer waarbij de menselijke geschiedenis wordt ingedeeld in zeven perioden of ‘bedelingen’ heeft geleid tot een consequente uitleg van de Schrift zonder zaken als Israël, 1000-Vrederijk e.d. te vergeestelijken. John Nelson Darby (1800-1882) heeft hiermee een krachtig instrument gegeven aan de ‘Evangelische Theologie’. Maar ook het ontstaan van de Evangelische beweging heeft aan die visie bijgedragen. Immers waar hebben we ooit eerder zo’n geweldige verspreiding van het Evangelie op kunnen merken dan in onze tijd? De huidige technische middelen, met name de radio, televisie en het internet, heeft ons in staat gesteld het evangelie op betrekkelijk gemakkelijke wijze te verkondigen. Maar ook zien wij dat de invloed om mensen te bewegen om christen te worden afneemt, zeker in onze westerse wereld. De secularisatie van de maatschappij en het materialisme heeft daarop grote invloed gehad en nog. God is in de marge van de maatschappij gemanoeuvreerd, de grote staatskerken zijn grotendeels leeg. En wat moeten we zeggen van de Evangelische beweging, zien we daar ook niet een stilstand en misschien nog erger, een minimale kennis van Gods Woord. Daarnaast is de Evangelische beweging enorm verdeeld in gemeenten, kerken van allerlei denominaties. Zijn we op weg naar de Laodicéa-periode, of zitten we er al in?
Historisch
Filadelfia (= broederliefde) was een Klein-Aziatische stad in Lydië. De apostel Johannes schreef in opdracht van de Heer Jezus een brief aan de christelijke gemeente daar. De stad lag in het westen van het huidige Turkije, 118 km oostelijk van Smyrna, nabij de oostelijke voet van de berg Tmolus. Het woord komt twee keer voor in het Nieuwe Testament, in het boek Openbaring, uit de mond van de Heer Jezus. Filadelfia was gesticht in 189 v.C. door koning Eumenes II van Pergamon (regeerde 197–160 v.C.). Zijn broer en opvolger Attalus II had hem lief. Vanwege de liefde van zijn broer noemde Eumenes de stad ‘broederliefde’, Philadelpheia. Attalus II regeerde van 159 v.C. tot aan zijn dood in 138 v.C. Hij kreeg de bijnaam Philadelphos, ‘die zijn broeder liefheeft’. Na de dood van zijn opvolger Attalus III Philometor (Philometer: ‘die van zijn moeder houdt’) in 133 v.Chr., kwam het rijk van Pergamon en daarmee ook Filadelfia bij testamentaire beschikking onder het gezag van de Romeinen. Deze maakten van het rijk van Pergamus de provincie Asia. Veel later in 1390 n.chr. kwam de stad, als laatste stad van Klein-Azië, in de macht van de Turken, nadat zij acht jaren lang tegen de Turkse overmacht gestreden had. De stad heet thans Alaşehir.
Contemporain (Hedendaags)
Brief aan Filadelfia.
De brief van de apostel Johannes aan de gelovigen in Filadelfia is één van de zeven brieven aan gemeenten in Klein-Azië. De Heer Jezus was aan Johannes, die als balling op Patmos verbleef, verschenen en dicteerde hem zeven brieven. In zes van de zeven brieven heeft de Heer iets aan te merken, behalve in de brief aan de gelovigen in Filadelfia; voor hen heeft Hij alleen waardering. De naam Filadelfia is wel heel typerend voor de christelijke gemeente van die stad, het is een Griekse naam die betekent: broederlijke liefde. Het is ook de enige stad waarin steeds een christelijke gemeente gebleven is. Hoewel arm, hebben de vervolgingen haar nooit zo getroffen omdat de Heer haar daarvoor bewaarde: deze stad en gemeente is zelfs een toevluchtsoord geweest voor de vele Christenen die vervolgd werden. Klein en arm, heeft deze christelijke gemeente de eeuwen getrotseerd, en het is heel merkwaardig dat de belofte van vs.12: ‘Ik zal op haar schrijven de naam mijns Gods’, aan haar zo letterlijk in vervulling is gegaan. Liggend in Turkije, draagt de stad uiteraard niet langer haar Griekse naam, maar heet nu Alasehir, wat Arabisch is voor ‘stad Gods’. Het kenmerk van deze gemeente is haar pelgrim-karakter. Dat houdt in dat zij leeft vanuit de verwachting van Jezus’ wederkomst, waarvan bijna elk vers uit deze zendbrief spreekt.
Een ander kenmerk van Filadelfia is de duidelijke uitspraak van de Heer in vers 10, dat Hij haar zal bewaren voor de ure der verzoeking die over de gehele wereld (oikoumene) komen zal, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. De grote betekenis hiervan is de volgende:
-
Er komt een ure der verzoeking, de zgn. Grote Verdrukking (de laatste jaarweek van Daniël 9) voor de hele wereld (oikouinene). Voor Israël zal de ‘benauwdheid van Jakob’, waarvan we lezen in Jer.30:4-9 plaatsvinden, dit is eigenlijk ‘de Grote Verdrukking’ die zal plaatsvinden in het midden van de laatste jaarweek (Zie: Daniël 9:24-27).
-
Van die ‘ure der verzoeking’ wordt de gemeente van Filadelfia uitgezonderd; dit is zelfs historisch gezien het geval, omdat de verdrukkingen en verzoekingen die de andere gemeenten hebben getuchtigd, haar niet hebben bereikt.
-
Allen die de naam van Christus belijden wonen op aarde. Het Grieks gebruikt hiervoor gewoon het woord ‘oikeo’, Lat.: habitare. Zowel de pelgrims als de gevestigden hebben hier hun woning. Maar het onderscheid blijkt nu uit de twee verschillende voorzetsels die hier worden gebruikt, namelijk ‘kata’ en ‘para’. Katoikeo wordt gebruikt voor hen die op aarde hun vaste woning hebben gemaakt, wortel geschoten hebben, hier het Koninkrijk Gods zoeken te verwerkelijken: zij behoren tot de ‘oikoumene’ van alle mensen van goede wil die het hier-en-nu verwachten en maken. Over hen allen komt de verleiding en de grote verdrukking. Paroikeo (Lat.: peregrinum esse) wordt gebruikt voor hen die op aarde een tijdelijke woning hebben, als pelgrims onderweg zijn naar het hemels vaderhuis, naar de stad die fundamenten heeft. Zij worden door de Heer bewaard voor deze periode: want zij hebben het oordeel en de toorn niet vóór zich maar achter zich, en maken zich gereed voor het feest (1Thes.5:9; Ps. 84:8).