Serie – Een prediker gezocht! – Deel 5 – Paulus (1) – Verborgenheden of Geheimenissen

11 maart, 2024

Serie: Een prediker gezocht

Deel 5 – Paulus – Deel 1

Verborgenheden of Geheimenissen

‘Waartoe ik gesteld ben als prediker en apostel – ik zeg de waarheid, ik lieg niet -, als een leraar van de volken in geloof en waarheid’ (1Tim.2:7).

Inleiding

In zijn verdediging voor koning Agrippa, verteld de apostel Paulus het verhaal van zijn bekering. (Hand.26:12-18) Hij maakt daar duidelijk wat de inhoud van zijn roeping was, zoals hij dat van de Heer Jezus ontvangen had, ik citeer: ‘En ik zei: Wie bent U, Heer? En de Heer zei: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta op en ga op je voeten staan; want daartoe ben Ik je verschenen, om je voor te bestemmen tot een dienaar en getuige zowel van wat je van Mij hebt gezien als van dat waarin Ik je zal verschijnen, terwijl Ik je wegneem uit het volk en uit de volken, tot welke Ik je zend om hun ogen te openen, opdat zij zich bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van de zonden en een erfdeel onder de geheiligden ontvangen door geloof in Mij.’ (Hand.26:15-18) In het boek Handelingen en in zijn brieven weten we hoe de apostel Paulus daaraan gevolg heeft gegeven, als prediker en leraar van de volken.

Waar ik nu de nadruk op wil leggen is waarin de apostel Paulus verschilde van de andere apostelen, namelijk door het openbaren van verborgenheden of geheimenissen. Dat was een aspect in zijn bediening van de verkondiging die alleen aan Paulus was toevertrouwd door de Heer. In het evangelie openbaart de Heer Jezus ook een aantal geheimenissen (Mat.13:11), waarvan Hij zegt: ‘Ik zal mijn mond opendoen in gelijkenissen; Ik zal dingen uitspreken die van de grondlegging van de wereld af verborgen zijn geweest.’ (Mat.13:35) Deze verborgenheden werden aan de discipelen geopenbaard, zoals later, de verborgenheden die aan Paulus werden gegeven aan de gelovigen geopenbaard werden. In dit artikel gaan we daarvoor het leraarschap van de apostel Paulus benadrukken.

Verborgenheden

Het Griekse woord in het Nieuwe Testament voor ‘verborgenheid’ is mustèrion. Ons woord ‘mysterie’ is hiervan afgeleid. Het woord ‘verborgenheid’ komt bijna 30x voor in het Nieuwe Testament: zo’n twintig keer in de brieven van Paulus, driemaal in de synoptische evangeliën en viermaal in de Openbaring van Johannes. Het gaat in het Nieuwe Testament steeds om geheimenissen die zijn onthuld aan de gelovigen, die hierin worden ingewijd door Gods Geest. Vooral de apostel Paulus zijn vele geheimenissen Gods geopenbaard. Deze verborgenheden maakte hij zowel mondeling als schriftelijk bekend. Een definitie van ‘verborgenheid’ of ‘geheimenis’ kun je omschrijven als: De verborgenheid, die van alle eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar die nu geopenbaard is aan zijn heiligen. (Kol.1:26) Een verborgenheid is een zaak die onbekend is (of was) tot op het moment van de onthulling ervan. Hieronder laten we een aantal verborgenheden of geheimenissen de revue passeren die aan Paulus waren gegeven.

‘Thans verblijd ik mij in mijn lijden voor u en vul in mijn vlees aan wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus voor zijn lichaam, dat is de gemeente, waarvan ik een dienaar geworden ben overeenkomstig het rentmeesterschap van God dat mij gegeven is voor u, om het woord van God te voleindigen: de verborgenheid, die van alle eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar die nu geopenbaard is aan zijn heiligen.’ (Kol.1:24-26; Rom.16:25-26)

(1) De verborgenheid van het evangelie (Ef.6:19-20)

‘…voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord gegeven mag worden om met vrijmoedigheid de verborgenheid van het evangelie bekend te maken – waarvoor ik een gezant ben in een keten – opdat ik daarover vrijmoedig spreek, zoals ik moet spreken’

Paulus vroeg geen gebed om met vrijmoedigheid te spreken, maar om de verborgenheid van het evangelie met vrijmoedigheid bekend te maken, mogelijk met het oog op het moment dat hij zich moest verantwoorden voor de keizer, op wie hij zich had beroepen. (Hand.25:12) Hij moest duidelijk maken wat het verschil was tussen de Joodse religie en de gemeente c.q de Christenen. Geen sekte, zoals de Joden gezien werden, maar een nieuw entiteit, de gemeente, het lichaam van Christus, bestaande uit gelovigen uit joden en heidenen, samengevoegd door de Heilige Geest. (1Kor.12:13) Daarvoor was hij een ambassadeur in ketenen. Hij zag zichzelf als een dienaar van Christus en rentmeester van de verborgenheden van God. Verder wordt hier van de rentmeester vereist, dat men trouw wordt bevonden.’ (1Kor.4:1-2) Daaruit blijkt dat Paulus zijn bediening serieus nam, zoals ook wel blijkt uit zijn uitspraak: ‘Wee mij als ik het evangelie niet verkondig.’ (1Kor.6:16)

(2) Verborgenheid van de Godsvrucht – (1Tim.3:16)

‘En ongetwijfeld, groot is de verborgenheid van de godsvrucht: Hij die geopenbaard is in het vlees, gerechtvaardigd in de Geest, gezien door de engelen, is gepredikt onder de volken, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid’

Paulus schrijft over de gemeente als huis van God als de pilaar en grondslag van de waarheid. Over die waarheid hebben de gelovigen te waken, toen maar nu nog meer, want we leven in moeilijke tijden wat dat betreft. (2Tim.4:1-5) Wat volgt is gelijkt op een credo, een samenvatting van belangrijke waarheden van het christelijk geloof. We kunnen de zes elementen van deze verborgenheid als volgt kort samenvatten: (1) ‘Geopenbaard in het vlees’ verwijst naar de incarnatie (vleeswording, menswording) van Christus. (2) Was ‘gerechtvaardigd in de Geest’ verwijst naar Gods kracht van de opstanding van de Heer Jezus (Hand.2:24-36) dat de gekruisigde Jezus, Heer en Messias is door de Heilige Geest. (3) ‘Gezien door de engelen’ verwijst naar Zijn verhoging na zijn opstanding en hemelvaart (Fil.2:9-11; Kol.2:15; Heb.1:6). (4) ‘Is gepredikt onder de volken’ (Kol.1:23) en (5) ‘Geloofd in de wereld’ verwijst naar de geleidelijke ontwikkeling en vervulling van Gods verlossingsplan door middel van zijn voorbestemde dienaren. (1Kor.1:18-2:5) (6) ‘Opgenomen in heerlijkheid’ verwijst naar de hemelvaart van de Heer Jezus. (Hand1:9-11; Ef.4:10)

(3) Verborgenheid van het huwelijk – (Ef.5:31-32)

‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. Deze verborgenheid is groot, maar ik doel op Christus en op de gemeente’

We zien hier een toepassing van wat ooit over het eerste mensenpaar door God werd gezegd. We kunnen dit typologie noemen; typologie, of leer van de typen wil zeggen voorafschaduwingen van latere geestelijke werkelijkheden. De eenheid tussen man en vrouw, hoewel in de praktijk niet altijd perfect, geeft het beste beeld weer van de eenheid van Christus met de gemeente. Het beeld dat we ervaren van een huwelijk is gelijk aan de relatie die Christus heeft met de gelovigen. De woorden in Genesis krijgen een diepere betekenis als we daarin Christus en zijn Gemeente zien. ‘Dit is een groot mysterie’ zou beter vertaald kunnen worden met ‘Er ligt hier een diepe waarheid verborgen’. Terwijl Paulus nadacht over de wederzijdse liefde en loyaliteit, het liefdevolle leiderschap van de man en de liefdevolle onderwerping van de vrouw, de geschonken rijkdom, de intimiteit en eenheid, en de zelfopoffering die elk huwelijk zou moeten uitstralen, zag hij hierin het beeld van Christus en de Gemeente.

(4) De verborgenheid van Gods wil – (Ef.1:8-10)

‘… waarmee Hij jegens ons, overvloedig is geweest in alle wijsheid en inzicht; daar Hij ons de verborgenheid van zijn wil bekend heeft gemaakt, naar zijn welbehagen, dat Hij zich had voorgenomen in Zichzelf aangaande de bedeling van de volheid der tijden, om alles wat in de hemelen en wat op de aarde is onder één Hoofd samen te brengen in Christus’

Wat God bekend maakte was Zijn plan om mensen (zowel Joden als heidenen) weer in gemeenschap met Hem te brengen door het geloof in Christus en hen vervolgens voor alle eeuwigheid bij Hem te houden. God wil niet dat er iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen.’ (2Petr.3:9) Maar ook alles onder het gezag van Christus te plaatsen. ‘En Hij (God) heeft alles aan zijn voeten onderworpen, en Hem als Hoofd over alles gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervuld.’ (Ef.1:23) ‘Opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op aarde en die onder de aarde zijn.’ (Fil.2:10)

(5) De verborgenheid van de Heer Jezus als Middelpunt van Gods plannen – (Rom.16:25)

‘Hen nu die machtig is u te bevestigen naar mijn evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring van de verborgenheid, die in tijden van de eeuwen verzwegen is geweest, maar die nu is geopenbaard en door profetische Schriften, naar het bevel van de eeuwige God, tot geloofsgehoorzaamheid aan alle volken’

‘Bidt, dat God ons een deur voor het woord opent, om over de verborgenheid van Christus te spreken.’ (Kol.4:3-6)

Het doel van Paulus’ prediking betrof de openbaring van het evangelie dat lang ‘verborgen’ in het Oude Testament was geweest. In de profetische geschriften wordt immers naar Christus verwezen. We hoeven maar te denken aan wat de Heer Jezus tot de discpelen had gezegd: ‘O onverstandigen en tragen van hart in het geloven van alles wat de profeten hebben gesproken. Moest de Christus dit niet lijden, en zo zijn heerlijkheid binnengaan? En met Mozes en alle profeten legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond. (Luk.24:25-27,44-45) Ook de profeten van het Oude Testament hebben onderzocht en nagevorst over de behoudenis die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben.’ (1Petr.1:9-10) Maar nu in de genadetijd, worden hun profetieën verstaan. Het doel van deze openbaring is geloofsgehoorzaamheid te verkondigen aan alle volken. En dat God ook de volken betrok in zijn verlossingsplan is onder andere te lezen in Psalm 67.

____________________________________________________________________________________________________