'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
Algemene inleiding op de Bijbelstudiereeks ‘Ze gaven niet op!’
Waar het werkelijk om gaat in het leven van een gelovige, is niet zozeer de gebeurtenissen zelf die in ons leven voorkomen, maar ons antwoord op die gebeurtenissen. Niet het ‘waarom’, maar eerder het ‘waarvoor’. Het leven kan vaak onverklaarbaar zijn, gebeurtenissen doen vragen bij ons opkomen waarop we geen antwoord hebben of krijgen. Het: ’Vragend moet ik hier vaak gaan, Boven zal ik het eens verstaan’, is voor veel gelovigen niet voldoende en omdat ze alles willen verklaren en geen antwoord krijgen, haken ze soms af. Dat gebeurde in Bijbelse tijden maar ook, denk maar aan Lot en Saul die goed begonnen maar slecht eindigden. In Jezus’ tijd waren er ook discipelen die besloten zich terug te trekken en niet meer met Hem te wandelen (Joh.6:66). Hetzelfde zien we in de uitleg van de gelijkenis van de zaaier (Mark.4:13-20), de satan neemt het woord weg, ze komen ten val (vs.17) of het woord wordt verstikt (vs.19) en we zien in die gelijkenis dat er maar weinigen zijn die volharden en vrucht dragen. Ook in Paulus’ dagen deed het verschijnsel zich voor; Demas verliet Paulus omdat hij de tegenwoordige eeuw (of wereld) weer had lief gekregen (2Tim.4:9). Hymeneüs en Alexander hebben aangaande het geloof schipbreuk geleden (1Tim.1:19). En ook u zult zeker mensen kennen die, om een of andere oorzaak hun wandel met God hebben opgegeven. Veel negatieve voorbeelden zoals u kunt waarnemen, maar in deze studies willen we ons bezighouden met hen die wel hebben volhard in hun wandel met God en niet opgaven en we willen proberen te ontdekken wat hun ‘geheim’ was waardoor ze niet opgaven.
Wat hield Mozes gaande: de heerlijkheid van God! Wat hield Jozua gaande: de beloften van God! Wat hield Abraham gaande: de stad Gods! Wat hield Nehemia gaande: De grootheid van God! Wat hield Kaleb gaande: Hij zag op de beloning! Wat hield de Heer Jezus gaande: De vreugde die voor Hem lag! Elk van hen had een kenmerkend iets wat hen de kracht en de moed gaf om door te gaan. Wat hield Jozef gaande: ‘Zijn dromen!’ Als het moeilijk werd dan dacht Jozef aan zijn dromen en dan ‘verrees er voor zijn oog een heerlijk vergezicht’. Wat houdt mij, u gaande?