Verdrukking – Dogmatiek

25 juli, 2023

Rubrieken: Dogmatiek

Dogmatiek

Verdrukking

Inleiding

Het Griekse woord voor verdrukking, dat op verschillende manieren wordt vertaald, komt tweeënveertig keer voor in het Nieuwe Testament. Eenentwintig keer wordt het vertaald door verdrukking, door bezoeking zeventien keer, door benauwdheid één keer, door last één keer en door moeite drie keer. Er zijn twee gemeenschappelijke betekenissen voor de uitdrukking: (1) elke vorm van beproeving en (2) de (grote) verdrukking. De (grote) verdrukking is een van de grote onderwerpen in het onderzoek van de eschatologie, dat in de Bijbel door middel van navolgende Bijbelgedeelten kan worden gevolgd: Deuteronomium 4:29-30; Jeremia 30:4-7; Daniël 12:1; Mattheüs 24:9-26; 2Thessaloniki 2:1-12; Openbaring 3:10, 6:1-19:6. Zie echter ook: Psalm 2:5; Jesaja 2:10-22, 13:9-16, 24:21-23, 26:20-21, 34:1-17, 43:1-6, 49:15-24; Jeremia 25:29-38; Ezechiël 30:3; Amos 5:18-20; Obadja 1:15-21; Sefanja 1:17-18; Zacharia 12:1-14, 14:1-4; Maleachi 4:1-4.

De grote verdrukking is die periode die bekend staat als de zeventigste jaarweek van Daniël (Dan.9:24-27), en dezelfde volgorde van de voorzegde gebeurtenissen wordt vermeld in Mattheüs 24 en 2Thessalonika 2. De laatste jaarweek duurt zeven jaar, wat duidelijk wordt door het gegeven dat er precies 69 x 7 = 483 jaar ligt tussen het bevel om Jeruzalem te herbouwen en de uitroeiing van een gezalfde, de Messias. Deze resterende zeventigste week van zeven jaren behoort tot de overblijvende, nog te vervullen profetie over Israël en wordt gekarakteriseerd door dezelfde toestand als in het verleden van Israëls geschiedenis. De tijd zal iets worden ingekort (Mat.24:22). Het is ook wel bekend door de uitdrukking: ‘een tijd van benauwdheid van Jakob’ (Jer.30:4-7), waaruit Israël gered zal worden.

De grote verdrukking is die tijd wanneer de onvermijdelijke oordelen over de wereld komen die Christus niet heeft willen aannemen en heeft verworpen (Ps.2:5) en de volgende gaan eraan vooraf c.q. staan ermee in verband:

  • De Opname van de Gemeente en daardoor ook de wegneming van de Heilige Geest (2Thes.2:7);

  • De verdrijving van de Satan uit de hemelse gewesten op de aarde (Op.12:9-12);

  • De toename van de zonde door de komst van de werking van de dwaling om de leugen te geloven (2Thes.2:11);

  • De heerschappij van de mens der zonde (Joh.5:43; 2Thes.2:3; Op.13:12);

  • Deze periode wordt beëindigd door de komst van de Messias, de slag van Armageddon en de steen die alle voorgaande rijken zal vernietigen (Dan.2:45).

_________________________________________________________________________________________________