'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
‘Wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en in de profeten en Psalmen’ (Luk.24:45, 27)
De bekende Psalmen 22, 23 en 24 laten ons de Heer Jezus zien zoals ook in heel het Oude Testament. In elk van de drie vermelde Psalmen vinden we een ander aspect van Zijn persoon en werk. Psalm 22 tekent ons de Heer Jezus als de Goede Herder die zijn leven inzet voor de schapen (Joh.10:11). Psalm 23 geeft ons het beeld van de Heer Jezus als de Grote Herder die voor zijn schapen zorgt (Heb.13:20). Psalm 24 laat ons de Heer Jezus zien als de ‘Overste Herder’ die voor de schapen komt en hen laat delen in zijn heerlijkheid (1 Petr.5:4). Met andere woorden, Christus stierf voor ons in het verleden, Hij leeft en zorgt voor ons in het heden, en Hij zal voor ons in de toekomst komen.
Je kunt Psalm 23 ook lezen als een overzicht van het leven van een gelovige. De verzen 1 en 2 spreken van een pasgeboren gelovige, die zorg nodig heeft. Een baby heeft zorg nodig, het kan zichzelf niet helpen. Vers 3 is voor jongeren, ze hebben discipline en richting nodig, ze moeten leren keuzes te maken. De verzen 4 en 5 spreken van het volwassen leven van een gelovige, moeilijkheden worden ons niet onthouden, en de aanwezigheid van de Herder zal ons tot troost zijn, want ‘Gij zijt bij mij’. Het laatste vers is voor de gelovige die zijn loop heeft volbracht en op het punt staat in te gaan in de heerlijkheid van Gods huis, waar hij of zij zal verblijven tot in lengte van dagen.
Op de weide – volmaaktheid (23:1-2)
‘De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren’
Zoals gezegd geeft Psalm 23 geeft ons het beeld van de Heer Jezus als de Grote Herder. In de bijbel worden mensen onder andere gezien als schapen. ‘En toen Hij uit het schip ging, zag Hij een grote schare en werd met ontferming over hen bewogen, omdat zij waren als schapen, die geen herder hebben, en Hij begon hun vele dingen te leren’ (Mark.6:34). Van de Heer Jezus wordt ook gesproken als van een Lam (Joh.1:29,36; Openb.5:6,12). Volgens Jeremia 10:23 hebben mensen een herder nodig, want zelf kunnen ze hun weg niet vinden. Heeft u een herder om voor u te zorgen en wie is uw herder? De Heer Jezus heeft gezegd: ‘Ik ben de goede herder die zijn leven inzet voor zijn schapen’ (Joh.11:10).
‘Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden’ (Joh.11:9).
In de vallei – rust (23:4) ‘Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil.Als de schapen de Herder hebben gevonden moeten ze rust hebben om te kunnen herstellen van de gevolgen die ze hebben opgedaan in de tijd dat ze nog geen herder hadden. De Heer Jezus heeft gezegd: ‘Komt allen tot Mij, Ik zal u rust geven. Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart’ (Joh.11:28-29). Ze moeten ook de Herder beter leren kennen. Voordat de Heer Jezus zijn apostelen uitzond om het evangelie van het koninkrijk te verkondigen lezen we dat ze eerst ‘bij Hem zouden zijn’ om van Hem te leren (Mark.3:14). Een herder drijft zijn schapen niet op, maar gaat voor ze uit dus moeten de schapen zijn stem (her-)kennen. ‘De schapen horen naar zijn stem’ (Joh.10:3). Hoe kunnen wij de stem van de Herder herkennen? Door het Woord van God! Het Nieuwe Testament legt er grote nadruk op dat het kennen van het Evangelie niet voldoende is. Er is meer. Wij moeten, evenals schapen, leiding hebben in ons leven hebben opdat we niet zouden verdwalen in deze wereld vol verleidingen. Daarom dient Gods Woord een onmisbare schakel in ons leven te zijn. En dat niet alleen, we hebben ook voeding nodig en ook daar wil Gods Woord in voorzien.
‘Leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb’ (Mat.28:19).
In de kudde – geborgenheid (23:5)
‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij uw stok en uw staf, die vertroosten mij. Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven’
Het leven van een gelovige is geen monotoon bestaan maar staat bol van veranderingen. Psalm 23 begint met groene weiden en stille wateren, waarna je door een vallei van schaduwen des doods kan gaan. Je hebt een wel een dis (er wordt voor je gezorgd) maar wel in het aanschijn van de vijand! Hoe het ook mag gaan in dit leven er is wel een eeuwig huis beloofd en voorzien. We hebben geen ‘roadmap’ die precies aangeeft wat we kunnen verwachten. Beproevingen van ons geloof blijven niet uit, maar God beproefd ons geloof om het beste in ons naar boven te halen. Maar ook de ‘vijand’ zit niet stil. ‘Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden’ (1 Petr.5:8). Maar we hoeven niet bang te zijn ‘want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is’ (1 Joh.4:4).
‘Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten,’ zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen’ (Hebr.13:5-6).
In het huis des Heren – eeuwigheid (23:6)
‘Ik zal in het huis des HEREN verblijven tot in lengte van dagen’
Ons is geen kalme reis beloofd maar wel een behouden aankomst! Er zijn drie redenen waarom wij zeker kunnen zijn van een plaats in de hemel. Ten eerste de Heer jezus heeft het ons beloofd. ‘In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben’ (Joh.14:2-3). Ten tweede Hij heeft ervoor gebeden. ‘Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen’ (Joh.17:24). En ten slotte is Hij ervoor gestorven. ‘Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen’ (1 Petr.3:18). Wat een zekerheid maar ook wat een heerlijkheid om naar uit te kijken!
‘Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben’ (1Kor.2:9).