Nieuwe Testament – Vragen bij Discipelschap – Lukas 5

20 juli, 2023

Bijbelboeken: Lukas

Nieuwe Testament

Vragen bij discipelschap

Lukas 5:1-11

 

Inleiding.

Het zou voor Simon (hierna: Petrus) één van de gedenkwaardigste dagen van zijn leven blijven, toen hij aan het meer van Gennézareth door de Heer Jezus werd geroepen als ‘visser van mensen.’ Die dag, toen de Heer Jezus bij hem in zijn boot stapte, zal Petrus de draagwijdte daarvan niet begrepen hebben. Het zou echter een dag worden om nooit te vergeten! De Heer Jezus wilde Petrus testen voor zijn nieuwe taak, en we kunnen op z’n minst vier vragen stellen bij de gebeurtenissen hier beschreven, en ons antwoord daarop zal duidelijk maken of wij (voor) bereid zijn om de Heer Jezus te volgen.

Vraag: Hoe ga ik om met teleurstelling?

De discipelen hadden de hele nacht gevist en niets gevangen, dat moet een grote teleurstelling voor hen zijn geweest. Alle moeite voor niets! Toch gaven ze niet op, want we zien dat ze bezig waren de netten te spoelen om zich voor te bereiden voor de volgende vangst. Ik ben geen visser en ook geen ‘nachtmens’, maar als ik de hele nacht had gevist en niets gevangen, dan zou ik mijn netten niet hebben gespoeld, maar zou ze verkocht hebben! Maar echte vissers geven niet zo gauw op, en dat kan een reden zijn dat er tenminste zeven discipelen vissers waren. U bent misschien ook wel eens gaan ‘vissen’ zonder iets te vangen. Ik bedoel, u hebt misschien ook wel eens pogingen ondernomen om mensen voor het evangelie te ‘vangen’, en ondanks veel inspanningen geen resultaat gezien. Als je Gods Woord onderzoekt zal je tot de ontdekking komen dat je niet de enige bent die teleurstellingen hebben gekend in hun dienst voor God (Elia – 2Kon.19). Maar toch was deze teleurstelling voor Petrus de weg naar succes! Hij had geen controle over de vis in de zee, maar wel over zijn vertrouwen en de vastberadenheid van zijn eigen hart. Soms is het je eigen schuld dat je niets vangt, soms de schuld van anderen, maar hier maakt het deel uit van Gods plan! Zoals de Heer Jezus macht heeft om geen vissen in het net te laten komen, heeft Hij ook de macht om dat wél te doen. Petrus zou ondervinden dat succes heel dichtbij lag, dus geef niet te gauw op! Hij was geslaagd voor de eerste test: hij gaf niet op!

Vraag: Hoe ga ik om met gezag?

Petrus had er geen bezwaar tegen dat de Heer Jezus in zijn boot kwam om de massa toe te spreken. De Heer nam het gezag van Petrus over en vroeg hem iets van het land af te varen, en terwijl Hij zat, leerde Hij de menigten. Zo moest ook Petrus luisteren naar Gods boodschap; en als je Gods Woord hoort kan dat geloof in je bewerken (Rom.10:17). De uitdaging volgde onmiddellijk toen de Heer Jezus Petrus beval: “Vaar uit naar de diepte en werpt uw netten uit voor een vangst” (Luk.5:4). Welk recht had Jezus om bezit te nemen op het meest waardevolle van een visser, zijn netten? Eerst vroeg Jezus om zijn boot, daarna zijn netten, en wat zou nog volgen? De Heer wilde de visser! Het zal niet gemakkelijk voor Petrus geweest zijn om als ervaren visser, te gehoorzamen aan een timmerman! Maar de reactie van Petrus op het bevel van de Heer Jezus toonde zijn vertrouwen in Hem. ‘Op uw woord echter zal ik de netten uitwerpen’. Het ging helemaal tegen zijn gevoelens en vakmanschap in, maar hij gehoorzaamde. Iemand heeft eens gezegd: ‘Echt geloof betekent gehoorzaamheid aan God, ongeacht de gevoelens in ons, de omstandigheden rondom ons, of de consequenties voor ons!’ God beloont geloof, geloof dat zich openbaart door gehoorzaamheid. De sleutel van een succesvol christelijk leven is gehoorzaamheid aan Gods Woord. We lezen dan ook: ‘En toen zij dit hadden gedaan, omsloten zij een grote massa vissen, en hun netten scheurden’ (Luk.5:6). Petrus slaagde voor de tweede test en dat brengt ons tot de volgende vraag: Hoe gaan we om met succes?

Vraag: Hoe ga ik om met succes?

Het eerste wat Petrus deed was ‘zijn’ succes met anderen delen (Luk.5:7). God zegent ons, niet om die zegen voor ons te houden maar om die te delen met anderen. ‘Ik zal jou zegenen’ had God tegen Abraham gezegd, ‘en jij zult tot een zegen zijn’ (Gen.12:2). ‘Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen’ (Hand.20:35). Maar er was nog een tweede reactie van Petrus! Hij werd nederig door Gods zegen! Het was een grote beproeving voor Petrus om niet vanuit zijn boot naar de mensen te roepen: ‘Kijk eens wat ik gedaan heb! Ik ben een succesvol man!’ Maar in plaats daarvan viel hij aan de knieën van de Heer Jezus en zei: ‘Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens’ (Luk.5:8). Als je zó met succes kunt omgaan, zal teleurstelling je niet ontmoedigen. Maar als succes je hoogmoedig maakt, zal teleurstelling je ontmoedigen en misschien ervoor zorgen dat je er onderdoor gaat. Voor Paulus bestond ook het gevaar dat succes hem hoogmoedig zou maken en daarom, zo zegt Paulus: ‘is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven” (2Kor.12:7). Gelukkig heeft de Heer Jezus niet gedaan wat Petrus Hem vroeg: ‘Heer, ga uit van mij!’ Hij had een plan met Petrus en wilde het tegenovergestelde bereiken, namelijk dat Christus in Petrus’ leven de eerste en de enige plaats zou krijgen. Zó, zou Petrus tot een zegen kunnen zijn, en is dat ook geweest, voor velen. Petrus was geslaagd voor de derde test: Hij wist om te gaan met succes.

Vraag: Hoe ga ik om met onevenwichtigheid?

Petrus had door dit wonder ondervonden dat alles wat hij bezat aan ervaring en bekwaamheid niet voldoende was om succes te hebben. Hij moest opnieuw beginnen en leren dat hij ‘zonder Hem niets kon doen’ (Joh.15:5). Daardoor zou Petrus onzeker kunnen worden, en om die reden waren de hier opgedane lessen, een goede basis voor de tijd die ging komen, wanneer hij als ‘visser van mensen’ de Heer ging dienen (Hand.2). Teleurstelling en succes wisselen elkaar af in het leven, en de vraag is, welke reacties dat bij mij teweegbrengt? Word ik als ‘een golf van de zee, heen en weer geslingerd door mijn gevoelens en emoties’, of blijf ik ‘een rots, rustig te midden van de golven’? We moeten ervoor zorgen dat we ‘geen verdeeld hart’ hebben (Mat.6:19-22) en geen ‘twee heren dienen’ (Mat.6:24), maar dat we ‘zien op Jezus, de overste leidsman en voleinder van het geloof. Want let op Hem die zo’n tegenspraak door de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet moe wordt en in uw zielen bezwijkt’ (Heb.12:2, 3). De Heer Jezus riep Petrus, en nu ook ons, tot een leven van geloof in Hem. Dat betekent dat Hij voor ons voorgaat en de weg bereidt (Ef.2:10). Het geloofsleven is geen ‘sprong in het duister’, omdat we Hem volgen die ‘het Licht van de wereld is’ (Joh.8:12). We worden geleid door het Woord van God dat een lamp voor onze voeten is en een licht op ons pad (Ps.119:105).

Petrus slaagde voor de vierde test: hij verliet alles en volgde Hem. Durft u de uitdaging aan?

______________________________________________________________________________________________________________________________