‘En er kwam een Schriftgeleerde naar Hem toe en zei tegen Hem: Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat’ (Mat.8:19)
Inleiding
Ik heb het niet zo op met hardlopers, meestal zijn het doodlopers zo wordt dan gezegd, en vaak is dat ook zo. Misschien ben ik te hard in mijn mening maar de praktijk heeft mij geleerd voorzichtig te zijn met mensen die zeggen een discipel van Jezus te willen worden. De kerken en gemeenten zouden ruimte te kort komen om iedereen een plaats te kunnen geven in hun samenkomsten, wanneer iedereen bij zijn eens gegeven belofte gebleven was. Maar helaas is de praktijk totaal anders. Jezus was vrij duidelijk in zijn visie over discipelschap. Hij wond er geen doekjes om! Duidelijkheid voorkomt teleurstelling! Jezus zegt niet dat je alles moet opgeven om een discipel te zijn, maar wel dat je die bereidheid moet hebben, indien de Meester het van je vraagt. In dit gedeelte van het evangelie naar Lukas gaat het om volgelingen op te roepen tot discipelschap. Wanneer Jezus mensen oproept om zich te bekeren, doet Hij dat met heel andere woorden, en zegt: ‘Komt tot Mij allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven’ (Mat.11:28)
Aanleiding
‘Vele menigten nu gingen met Hem mee; en Hij keerde Zich om en zei tot hen…’ (14:1)
Jezus, trok al goeddoende het land door en dat deed veel mensen besluiten om Hem te volgen. Maar de motieven om Hem te volgen, maakten duidelijk dat het hun niet om de geestelijke waarden ging, eerder om de materiële dingen. Sommigen volgden Hem om de wonderen die Hij deed, anderen om het voedsel dat door Hem beschikbaar kwam, en weer anderen wilden Hem tot hun koning maken om het Romeinse juk af te werpen. In het gedeelte dat voor ons ligt spreekt de Heer Jezus de menigten die Hem volgden toe, en het lijkt erop dat Hij een onderscheid wilde maken tussen die volgelingen. Zoals al gezegd het gaat hier gaat niet om een oproep tot bekering, maar een oproep om een discipel van Jezus te worden. Discipel zijn van de Heer Jezus is meer dan Hem volgen om wat Hij doet, maar meer om wie Hij is! Een echte discipel wil de Meester volgen en zich met Hem één maken. Ook in onze tijd zijn er twee ‘soorten’ volgelingen van de Heer Jezus. Er zijn er waarvan hun geloof hen in de hemel zal brengen, terwijl anderen dat geloof ook bezitten, maar zich volledig met de Meester willen vereenzelvigen. ‘Het moet genoeg zijn voor de discipel dat hij wordt zoals zijn meester, en dat de dienaar wordt zoals zijn heer’ (Mat.10:25). Daarom zou je kunnen zeggen dat niet alle gelovigen discipelen zijn, maar alle discipelen zijn wel gelovigen. Zoals niet alle kinderen van God zonen van God zijn, maar wel dat alle zonen van God ook kinderen van God zijn! (Rom.8:14).
Wat is dat, een discipel? Wat is het onderscheid tussen een volgeling en een discipel van de Heer Jezus? Een discipel is iemand die onderwezen wil worden, niet zozeer in theoretische kennis maar meer in de persoon die hij of zij wil volgen; willen worden als de Meester! Zo roept de Heer Jezus zijn twaalf apostelen ‘opdat ze bij Hem zouden zijn’ om ze daarna uit te kunnen zenden (Mark.3:14). Die gedachte vinden ook in de brieven van het NT, o.a. in Fil.2:5 en 1Petr.2:21vv. Het onderscheid ligt daarin dat een discipel verder wil gaan in zijn identificatie met Jezus dan de gemiddelde gelovige. De eigenlijke vraag die de Heer Jezus aan de menigte voorlegt, is eigenlijk: ‘Wil je Mijn discipel zijn?’ En Hij sprak duidelijke taal tot de menigte door in voorbeelden te vertellen wat de consequenties zijn als je een discipel van Hem wilde worden. Hij sprak over de prijs die het zou gaan kosten, de ontberingen, de moeilijkheden die zich zouden voordoen. Naar menselijke maatstaven zou je zeggen: ‘Op die manier begin je toch geen wervingscampagne voor personeel’? Naar onze maatstaven noem je beter eerst alle voordelen, en over de nadelen zwijg je maar beter! Maar in het koninkrijk van God zijn er andere normen, dus zeg niet te gauw: ‘Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat!’ (Mat.8:19), want…
Wie vader en moeder…
‘Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, zijn moeder, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn broers en zijn zusters, ja zelfs zijn eigen leven, kan hij mijn niet discipel niet zijn’ (14:26)
Opvallend is de uitdrukking die we in dit vers tegenkomen: ‘Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, zijn moeder, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn broers en zijn zusters, ja zelfs zijn eigen leven, kan hij mijn niet discipel niet zijn’. Dezelfde tekst in Mattheüs 10:37 zet ons op het goede spoor om te begrijpen wat met ‘haten’ bedoeld wordt, daar staat: ‘Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard‘. Het gaat hier niet om haten in de gevoelsmatige zin van het woord, maar om een keuze waarbij er maar één op de eerste plaats kan komen. Op de achtergrond staat, zoals vaker in het Nieuwe Testament, een Hebreeuws woord. Zo zegt Genesis 29:31 dat Lea door Jakob ‘gehaat’ was (SV). Bedoeld is echter, dat ze niet zijn lievelingsvrouw was, dat was namelijk Rachel. Dit vinden we ook in Deuteronomium 21:15 (SV) waar staat: ‘Wanneer een man twee vrouwen heeft, een beminde, en een gehate; en de beminde en de gehate hem zonen zullen gebaard hebben, en de eerstgeboren zoon van de gehate zal zijn’. De NBG vertaalt niet-beminde in plaats van gehate. Ook hier betekent dit woord dat hij de laatstgenoemde vrouw niet op de eerste plaats heeft staan. In Lucas 14:26 betekent het dat Jezus de ‘nummer één’ voor zijn discipelen wil zijn. Daar moeten zelfs de familiebanden voor wijken. Dan begrijpen we ook beter de woorden die Jezus over zijn moeder en broers sprak, toen Hij zei: ‘Zie, mijn moeder en broeders! Want wie de wil van mijn Vader die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder’ (Mat.12:45).
Kruisdragers
‘En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn’ (14:27)
De prins der predikers Spurgeon, heeft ooit het volgende gezegd: ‘In de hemel zijn geen kroondragers, die hier geen kruisdragers willen zijn!’ Je kruis dragen wil niet zeggen dat dat kruis bepaalde gebreken of moeilijkheden zijn die in je leven kunnen voorkomen. In die zin heeft elk mens een kruis te dragen. Nee, het gaat veel verder dan dat. Mattheüs 16:24 maakt dat duidelijk doordat Jezus daar zegt: ‘Als iemand achter Mij wil komen, laat hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen’ (Vgl. Gal.2:20). Wat een kruis was zal de mensen wel bekend zijn geweest. Dit wreed marteltuig uit de oudheid werd door de Romeinen gebruikt om misdadigers te straffen en moest door de veroordeelde zelf gedragen worden om er tenslotte aan ter dood gebracht te worden. We lezen dat de Heer Jezus zijn eigen kruis droeg (Joh.19:17), maar toen zij naar buiten gingen – buiten het pretorium – dwongen de soldaten Simon van Cyréne om het kruis van de Heer Jezus over te nemen (Mat.27:32). Het volgen van de Heer Jezus wil zeggen zijn kruis dragen, dat is de bereidheid tot zelfverloochening en zo nodig tot de dood. Het is bekend dat velen van de twaalf apostelen door geweld om het leven zijn gekomen. Door dit voorbeeld te gebruiken moest het de hoorders wel duidelijk zijn dat je goed moest overwegen om een discipel van de Heer te willen worden.
Tussen haakjes
Over de verzen 28-32 bestaat er verschil van mening over de vraag wie de ‘bouwer van een toren’ en de ‘koning die ten strijde trekt’ is; de Heer Jezus of de discipel? Wanneer beide, de bouwer en de koning, verwijzen naar de Heer Jezus dan heeft dat invloed op de uitleg van de verdere tekst. De Heer zou dan de kosten moeten berekenen en de wijsheid bezitten om de juiste persoon te zoeken om zijn discipel te kunnen zijn.
Mijn voorkeur gaat eerder uit naar de uitleg waarin de aanstaande discipel de kosten moet berekenen en de nodige wijsheid moet bezitten om tot een beslissing te komen om wel of niet een discipel te worden van de Heer Jezus.
De kosten berekenen
‘Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst de kosten zitten berekenen, of hij wel genoeg heeft om hem te voltooien? Opdat niet misschien, wanneer hij een fundament heeft gelegd en hij niet in staat is het werk tot een einde te brengen’ allen die het zien, hem beginnen te bespotten en zeggen: Deze mens begon te bouwen en was niet in staat het tot een einde te brengen’ (14:28-30)
Mensen die pas tot geloof zijn gekomen zijn vaak zo vol van die ommekeer in hun leven dat ze het aan iedereen willen vertellen (Luk.8:39). Een normaal verschijnsel zou ik denken, maar ook een periode waarin overhaaste beslissingen genomen kunnen worden. Het zullen niet de eersten en ook niet de laatsten zijn die stranden omdat ze de ‘kosten’ niet of niet voldoende berekend hebben. Het is me ook nogal wat om ‘alles’ achter je te laten om een discipel van Jezus te worden! Ik denk dan aan veel gelovigen die huis en haard vaarwel hebben gezegd en naar andere landen zijn vertrokken om daar de Heer te dienen. Wanneer een ondernemer van een bouwproject de kosten verkeerd berekend zullen de gevolgen al snel duidelijk worden. Wat zullen de ‘kosten’ voor een discipel kunnen zijn? Ik denk je familie achterlaten, je zekere baan en inkomen opzeggen. Dat is wat je achter laat, maar wat zijn de ‘kosten’ die mogelijk in het verschiet liggen? Afwijzing, aanpassing in een andere cultuur, tegenstand enz. Daarom is het noodzakelijk de kosten goed in rekening te brengen als je beslist om een discipel van Jezus te worden, opdat de mensen je niet beginnen te bespotten en zeggen: ‘Deze is begonnen te ‘bouwen’ en was niet in staat het tot een einde te brengen’.
Wijsheid
‘Of welke koning, die tegen een andere koning ten oorlog gaat trekken, gaat niet eerst zitten beraadslagen of hij in staat is met tienduizend hem te ontmoeten die met twintigduizend tegen hem optrekt? En zo niet, dan zendt hij, terwijl de ander nog veraf is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden’ (14:31-32)
In de brieven van het Nieuwe Testament wordt er terdege gesproken over strijd en oorlog. We hoeven maar te denken aan de brief aan de Efeziërs, waar we lezen over de strijd, niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden en machten, tegen de wereldbeheersers van de boosheid in de hemelse gewesten (6:12). Om daar stand tegen te houden moeten we de volledige wapenrusting aandoen. Maar wat we ook nodig hebben in tijden van verzoeking is wijsheid om de juiste beslissing te nemen. ‘Als nu iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij die aan God vragen, die aan allen mild en zonder verwijt geeft en zij zal hem gegeven worden’ (Jak.1:5). De uitkomst is bepalend voor de vraag, of je zult aansturen op een confrontatie of op een vredesmissie. Ben je op de hoogte van de kracht van de vijand en je eigen mogelijkheden? Toen de vrouw van Potifar Jozef wilde verleiden, liet hij zijn kleed in haar hand achter, vluchtte en liep naar buiten (Gen.39:12). Dat was een wijs besluit! In het latere leven van een discipel zal hij ook mogelijk gedwongen worden tot het nemen van de juiste beslissingen. Iemand die zich geroepen voelt om een discipel van de Heer Jezus te willen worden, zal daarom voortdurend moeten beproeven wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is (Rom.12:2; zie: Hand.16:6-10)).
Wat is het u waard?
Zo kan dan ieder van u, die niet afscheid neemt van al zijn bezittingen, mijn discipel niet zijn’ (4:33)
‘Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee’ (Joh.6:66). Ja, waar zijn ze gebleven de volgelingen die besloten hebben Jezus niet meer te volgen? Hebben ze de kosten berekend en vonden ze de prijs te hoog om een discipel van de Heer te worden? De rijke overste had grote moeite om alles te verkopen en te verdelen onder de armen, want hij was zeer rijk (Luk.18:10-30). We zien ook bij de uitnodiging tot het grote avondmaal dat er waren die zich verontschuldigden wegens hun bezittingen zoals een akker, ossen en hun vrouw (Luk.14:18-20). Vaak is men geneigd wanneer keuzes gemaakt moeten worden in geestelijke zaken, meer op de nadelen dan de voordelen te letten. Zijn die er dan ook kunt u zich afvragen, zeker, want wat is er mooier om ‘zout’ te zijn (14:34; Mat.5:13) in een wereld die zonder Christus verloren is? Wat is er mooier in deze wereld, dan de Meester te volgen, waar Hij ook heen gaat (Mat.8:19; Op.14:4b). Wat is er mooier om in zijn dienst te staan en van Hem te getuigen. Met Petrus en de andere discipelen, zult u zich mogelijk afvragen: Wat brengt het op? De Heer Jezus nu zei tot hen: ‘Voorwaar, Ik zeg u, dat er niemand is die zijn huis, vrouw, broers, ouders of kinderen heeft verlaten ter wille van het koninkrijk van God, die niet veelvoudig ontvangt in deze tijd, en in de toekomstige eeuw het eeuwige leven’ (Luk.18:30). Ja, wat is het u waard een discipel van de Heer Jezus te worden?