Vraag en Antwoord – Wie was Melchizedek? – Nummer 29

9 augustus, 2023

Rubrieken: Vraag en Antwoord

Bijbelboeken: Genesis

Vraag en Antwoord

Wie was Melchizedek

Nummer 29

Inleiding

Zonder enige vooraankondiging verschijnt Melchizedek het podium van het Oude Testament, en zoals hij kwam zo verdwijnt hij ook weer met onbekende bestemming. Wie is toch deze enigszins mysterieuze figuur, waar komt hij vandaan? Zijn verschijning laat veel Bijbellezers met vragen achter.  Vanwege zijn bijzonder verschijning is Melchizedek een persoon die tot de verbeelding spreekt, want hij is: ‘Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde van leven is’. De vroegste gegevens over hem vinden we in het Bijbelboek Genesis in zijn ontmoeting met Abraham die van de strijd terugkwam van het verslaan van Kedorlaomer en de koningen die met hem waren, naar het dal Sawe, dat is het Koningsdal. ‘En Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God, de Allerhoogste. En hij zegende hem en zeide: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, en geprezen zij God, de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd. En hij gaf hem van alles de tienden’ (Gen.14:18-20; Ps.110:5).

Het Nieuwe Testament verstrekt ons nog meer informatie, zo lezen we in de brief aan de Hebreeën het volgende: ‘Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste, die Abraham tegemoet ging toen hij van het verslaan van de koningen terugkeerde, en hem zegende, aan wie ook Abraham een tiende van alles gaf, is in de eerste plaats naar de uitleg van zijn naam: koning van de gerechtigheid, en vervolgens ook: koning van Salem, dat is koning van de vrede, en terwijl hij zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde van leven is, maar op de Zoon van God lijkt, blijft hij priester voor altijd. Aanschouwt nu hoe groot deze was, aan wie zelfs de aartsvader Abraham een tiende van de buit gaf’ (Heb.7:1-4).

Zijn naam en afkomst

Naar de uitleg van zijn naam is hij koning van de gerechtigheid, en vervolgens ook: koning van Salem, dat is koning van de vrede. Zijn naam betekent ‘koning van de gerechtigheid’ (Heb.7:2), letterlijk ‘mijn koning is gerechtigheid’. Daar de plaatsnaam Salem ‘vrede’ betekent, is hij tevens ‘koning van de vrede’ (Heb.7:2). Vrijwel algemeen wordt aangenomen dat Salem, waarvan Melchizedek koning was, het latere Jeruzalem is. In de Bijbel worden van Melchizedek noch zijn voorgeslacht, nageslacht noch zijn geboortejaar of zijn sterfjaar vermeld (vgl. Heb.7:3).

Zijn priesterschap

Melchizedek was een priester van God de Allerhoogste maar geen hogepriester, want een hogepriester veronderstelt andere priesters, waarvan hij dan overste geweest zou zijn. Het priesterschap van Melchizedek was van een andere orde dan dat van de Levitische priesters in Israël. Melchizedek was geen Hebreeër, laat staan een nakomeling van Levi of een zoon van Aaron. Hij was geen priester voor een bepaalde tijd, maar priester voor altijd (Heb.7:3), zonder voorganger of opvolger. Als priester was hij meer dan een Levitische priester, die het slechts voor een bepaalde tijd was. Bovendien was Melchizedek een koning. Onder het oude verbond was geen koning een priester en geen priester een koning. Melchizedek was een priester-koning. Dat brengt ons tot de conclusie dat Melchizedek een type van Christus moet zijn.

Type van Christus

Het is een misvatting dat Melchizedek een verschijning van de Zoon van God is. Hij is geen verschijning van Gods Zoon, maar een type, een voorafbeelding. Hij lijkt (!) op de Zoon van God (Heb.7:4). De Heer Jezus is nimmer in een aards vóórbestaan koning van Salem geweest. In meerdere opzichten is Melchizedek een type, een voorafschaduwing, van Christus (vgl. Heb.7:15). Hij is een oudtestamentisch type, voorafschaduwing van een latere geestelijke werkelijkheid, namelijk van de priesterkoning en rechtvaardige vredevorst Jezus Christus, van wiens regering de stad van de grote koning, Jeruzalem het middelpunt zal zijn (Mat.5:35).

(1) In zijn bestaan: Melchizedek is ‘zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde van leven’ (Heb.7:3). Daarin lijkt hij op de eeuwige Zoon van God (Heb.7:3).

(2) In zijn afstamming: niet uit Levi, maar wel een priester.

(3) In zijn koningschap: Melchizedek was in de eerste plaats naar de uitleg van zijn naam: koning van de gerechtigheid (Heb.7:2). Jezus Christus zal een rechtvaardige Heerser zijn. ‘Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land’ (Jer.23:5).

(4) In zijn priesterschap (Heb.6:20): niet-Levitisch, blijvend, meerder dan het Levitische.

(5) In zijn grootheid: Hij (de meerdere) zegende Abraham (de mindere) en Abraham gaf hem tienden (Heb.7:4,7) en door Abraham ook Levi (Heb.7:9).

(6) Door zijn zetel: Salem. Vrijwel algemeen wordt aangenomen dat Salem, waarvan Melchizedek koning was, het latere Jeruzalem is. De Heer Jezus zal over de aarde regeren, met Jeruzalem, ‘de stad van de grote Koning’ (Mat.5:35), als middelpunt. Salem betekent ‘vrede’. Melchizedek wordt eerst genoemd koning van de gerechtigheid en daarna koning van de vrede (Heb.7:2).

(7) Door zijn zegening: Melchizedek zegende ‘hem die de beloften had’ (Heb.7:6), dat is Abraham. De Heer Jezus zal het nageslacht van Abraham, het overblijfsel van Jacob, zegenen en het maken tot een zegen onder de heidenen (Zach.8:13).

(8) In het ontvangen van de tienden: de geschenken van de volken zullen te Jeruzalem worden gebracht

(9) Jezus Christus is voor altijd priester geworden, naar de orde van Melchizedek. ‘De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchizedek’ (Ps.110:4; Heb.5:6,10). Waar Jezus als voorloper voor ons is ingegaan, naar de orde van Melchizedek hogepriester geworden tot in eeuwigheid’ (Heb.6:20). Misschien mag de letterlijke betekenis van Melchizedek, namelijk ‘mijn koning is gerechtigheid’, genomen worden als een erkenning en belijdenis, dat de hoogste koning, de koning der koningen, Jezus de ware koning der gerechtigheid is.

(10) De Heer Jezus is priester tot in eeuwigheid en door God begroet naar de orde van Melchizedek (Heb.5:6,10). De eerste vermelding van deze orde vinden we in Psalm 110:4 en het duidelijk dat het niet over David zelf gaat of over één van zijn lijfelijke nakomelingen, maar over de Christus. Het is de meest aangehaalde Psalm in het Nieuwe Testament (Mat.22:43; Mark.12:36; Luk.20:42; Hand.2:33-35). En omdat David een profeet was schreef hij over de Messias (Hand.2:30-31; 2Sam.23:2) want geen Joodse koning was ooit priester, laat staan een priester voor altijd (Ps.110:4; 2Kron.26:16-23).

______________________________________________________________________________________________________________________________