Geestelijk Leven – Zacharia en Elizabeth – Lukas 1 en Psalm 92

21 juli, 2023

Rubrieken: Geestelijk Leven

Geestelijk Leven

Zacharia en Elizabeth

Lukas 1

‘Ze zullen in de ouderdom nog vrucht dragen’  (Psalm 92:15)

Inleiding

Oudere broeders en zusters hebben al gauw de neiging om zich overbodig te voelen. Dat heeft vaak als oorzaak dat ze beperkt zijn geworden door hun ouderdom in hun fysieke mogelijkheden. Die waarneming is dan ook wel juist. Paulus spreekt dat onze aarde tent afgebroken wordt (2Kor.5:1) en het boek Prediker geeft ons daarvan een beschrijving (Pred.12:1-7). Psalm 90 vat het zo samen: ‘De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, en, indien wij sterk zijn, tachtig jaren; wat daarin onze trots was, is moeite en leed’ (90:10). Allemaal waar, maar dat zegt nog niets over de geestelijke vermogens, en daarvan geeft de Bijbel op diverse plaatsen ook getuigenis dat gelovigen in hun ouderdom nog vrucht kunnen dragen (Ps.92:15). In het Oude Testament geven onder meer Mozes en Kaleb daarvan getuigenis. Van de eerste staat geschreven: ‘Mozes was honderd twintig jaar oud, toen hij stierf; zijn oog was niet verduisterd en zijn kracht was niet geweken’ (Deut.34:7). Van de tweede, Kaleb, lezen we: ‘Welnu, zie, ik ben heden vijfentachtig jaar oud; ik ben thans nog even sterk als toen Mozes mij uitzond; de kracht, die ik nu bezit is dezelfde als die ik toen had, kracht om te strijden en om uit en in te gaan’ (Joz.14:10-11). In het Nieuwe Testament, in het evangelie naar Lukas, vinden we ook oude gelovigen die nog volop actief zijn. Denkt u maar aan Simeon en Anna die aanwezig waren bij de besnijdenis en de opdracht van de Heer Jezus in de tempel. En wat te denken van Zacharia en Elizabeth, een echtpaar waarmee Lukas ‘zijn’ evangelie begint? Bent u ook op leeftijd gekomen en gelooft u dat u dan niets meer kunt betekenen in het koninkrijk van God, dan heeft u het mis, want je bent nooit te oud…

Nooit te oud om te geloven – (Luk.1:5-7)

‘In de dagen van Herodes, koning van Judea, was er een priester, Zacharia genaamd, uit de afdeling van Abia, en zijn vrouw was uit de dochters van Aäron en haar naam was Elizabeth. Zij nu waren beide rechtvaardig voor God, wandelend in alle geboden en inzettingen van de Heer, onberispelijk. En zij hadden geen kind, omdat Elizabeth onvruchtbaar was en zij waren beiden op hoge leeftijd gekomen’

De gedachte dat oude mensen niet alleen fysiek maar ook geestelijk achteropraken is niet juist. Er zijn gelukkig, ook vandaag nog, veel gelovigen die ook in hun oude dag geestelijk nog vitaal zijn. Het hangt veel van je instelling af hoe je bent, en veel oudere gelovige zijn voorbeelden voor hun nageslacht. Ook de Bijbel geeft daarvan positieve voorbeelden te zien. We beginnen met Henoch, waarvan we lezen: ‘Toen Henoch vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Metuselach. En Henoch wandelde met God, nadat hij Metuselach verwekt had, driehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar. En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen’ (Gen.5:21-24). Ja, Henoch wandelde met de God driehonderd jaar en toen werd hij opgenomen! Verder is te denken aan Mozes die honderd twintig jaar oud was toen hij stierf; zijn oog was niet verduisterd en zijn kracht was niet geweken (Deut.34:10). En wat te denken van Kaleb, die volkomen trouw bleef aan de Here en toen hij vijfentachtig jaar oud was kon hij getuigen: ‘ik ben thans nog even sterk als toen Mozes mij uitzond; de kracht, die ik nu bezit is dezelfde als die ik toen had, kracht om te strijden en om uit en in te gaan’ (Joz.14:11). Ze vragen oude mensen vaak wat is het geheim dat u zo oud bent geworden? Wat was het ‘geheim’ van Henoch, Mozes en Kaleb? Ik denk dat ze trouw aan de Heer bleven en voor zijn aangezicht wandelden totdat Hij hen wegnam. ‘Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht’ (Ps.90:1) en ‘De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van de Libanon; geplant in het huis des Heren groeien zij in de voorhoven van onze God, zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn; om te verkondigen, dat de Here waarachtig is, mijn rots, in wie geen onrecht is’ (Ps.92:13-16).

 Nooit te oud om te dienen(Luk.1:8)

 ‘Het gebeurde nu, toen hij de priesterdienst vervulde voor God verrichtte in de beurt van zijn afdeling, dat hij naar de gewoonte van het priesterambt door het lot werd aangewezen om te reukofferen’ (Luk.1:8-9)

 In zijn brief aan Titus deelt de apostel Pauls de gelovigen in een aantal categorieën in: slaven, jongere mannen en vrouwen, en ook oude mannen en vrouwen (Tit.2) en hij vermeld ook wat er van hun verwacht wordt. Voor de oude mannen is dat ze nuchter zijn, eerbaar, ingetogen, gezond in het geloof, in de liefde en in de volharding. Voor de oude vrouwen, onder meer dat ze leraressen van het goede zijn, de jonge vrouwen inscherpen hun mannen en kinderen lief te hebben enz. Met andere woorden: actief bezig zijn, je geloof in God uitwerken, opdat zij de leer van God, onze Heiland, in alles versieren! (Tit.2:10). Een prachtig voorbeeld van twee oude gelovigen die nog volop actief zijn vinden we in Simeon en Anna, tijd- en leeftijdgenoten van Zacharia en Elisabeth (Luk.2:25-38). Anna was al vierentachtig jaar, maar geestelijk nog niet op pensioen! Ze week niet uit de tempel, ze diende God met vasten en bidden, nacht en dag! Ze had een levendige verwachting van de komst van de Messias waarover ze met allen sprak die ook in die verwachten leefden. Wat een voorbeeld om te volgen, voor ons die ook leven in de verwachting en uitzien naar de komst van de Heer. Simeon had diezelfde verwachting, uitzien naar de vertroosting van Israël, dat is de komst van de Messias. Daarbij kwam dat hij zelfs een Goddelijke aanwijzing ontvangen door de Heilige Geest dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Christus van de Heer had gezien. Simeon en Anna zijn te vergelijken met die slaven die hun lendenen omgord hadden en hun lampen brandend. En te vergelijken waren met mensen die op hun heer wachten, om hem, als hij komt en klopt, meteen open te doen. (vgl. Luk.12:335-37).

Nooit te oud om te bidden (Luk.1:8-13)

 ‘De engel zei echter tot hem: Wees niet bang, Zacharia, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabeth zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven. En hij zal u tot blijdschap en vreugdegejuich zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden’

Dat door het gebed van een rechtvaardige veel tot stand kan komen (Jak.5:16) weten we uit de geschiedenis van de profeet Elia (1Kon.18:42-45). Maar ook de kerkgeschiedenis getuigd daarvan. Ik heb eens gelezen dat de opwekking in Wales, in het begin van de negentiende eeuw, mede tot stand is gekomen door een zuster die daar jarenlang voor had gebeden. Ook na de val van de muur in Berlijn in 1989, hoorde ik dat een groep gelovigen in de stad voor die val van de muur hadden gebeden. Nadat de Samuël afscheid van het volk genomen had sloot hij die periode af met de woorden: ‘Wat mij betreft, het zij verre van mij, dat ik tegen de HERE zou zondigen door op te houden voor u te bidden’ (1Sam.12:23). Niet bidden, zag Samuël als zonde. Die gedachte komt overeen met wat we in de brief van Jakobus vinden, waar staat: ‘Wie dan weet goed te doen en het niet doet, voor die is het zonde’ (Jak.4:17). Zacharia en Elizabeth hadden een groot verlangen ze wilden graag een kind, maar Elizabeth was onvruchtbaar. Naarmate ze ouder werden, Elizabeth was al op hoge leeftijd gekomen en ook Zacharia was oud (vs.18), bleek die kinderzegen voor hen niet meer weggelegd. Maar ze geloofden in gebed en hadden hun verlangen bekend gemaakt bij God (Fil.4:6) en bij monde van de engel Gabriël werd Zacharia meegedeeld dat hun gebed was verhoord en dat Elizabeth een zoon zou baren. Twijfel en ongeloof slaan bij Zacharia toe, zoals vele jaren eerder bij Sara het geval was (Gen.18:10-15), wanneer hij deze blijde boodschap te horen krijgt. Hij wordt letterlijk met stomheid geslagen, maar hun gebed was verhoord!

Nooit te oud om in het ondenkbare te geloven(Luk.1:15-16)

 ‘Want hij zal groot zijn voor het aangezicht van de Heer, en wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken, en hij zal met de Heilige Geest worden vervuld, al van de moederschoot af. En hij zal velen van de zonen van Israël doen terugkeren tot de Heer, hun God.’

Menselijkerwijs gesproken was het niet meer mogelijk voor Zacharia en Elizabeth om nog een kind te krijgen, maar ‘Zou voor de HERE iets te wonderlijk zijn?’ (Gen.18:14; Luk.1:37). In onmogelijke situaties moeten we maar doen wat de vader van de maanzieke jongen deed en tegen de Heer Jezus zei, ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!’ (Mark.9:24). Na enige tijd kregen Zacharia en Elizabeth dan toch nog een zoon, en wat voor een zoon! De Heer Jezus getuigde van hem: ‘Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; maar de geringste in het koninkrijk der hemelen is groter dat hij’ (Mat.11:11). Door de engel Gabriël was de bijzondere roeping en taak van Johannes al voorzegt: ‘En hij zal u tot blijdschap en vreugdegejuich zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden. Want hij zal groot zijn voor het aangezicht van de Heer, en wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken, en hij zal met de Heilige Geest worden vervuld, al van de moederschoot af. En hij zal velen van de zonen van Israël doen terugkeren bekeren tot de Heer, hun God’ (Luk.1:14-16). Met andere woorden: Hij was de voorloper die de Messias zou aankondigen! Toen de mensen hem vroegen wie hij was, beleed hij: ‘Ik ben de Christus niet. En zij vroegen hem: Wat dan? Bent u Elia? En hij zei: Ik ben het niet. Bent u de Profeet? En hij antwoordde: Nee. Zij zeiden dan tegen hem: Wie bent u, opdat wij antwoord kunnen geven aan hen die ons gestuurd hebben; wat zegt u van uzelf? Hij zei: Ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft. (Joh.1:20-16). Johannes zei met het oog op de Heer Jezus: ‘Hij moet meer, maar ik minder worden’ (Joh.3:30). Het is te wensen dat dit ook in ons leven als gelovige zo mag zijn of worden.

Nooit te oud om te getuigen – (Luk.1:64, 67)

 ‘Onmiddellijk echter werd zijn mond geopend en zijn tong losgemaakt en hij sprak, terwijl hij God loofde. En Zacharia werd vervuld met de Heilige Geest en profeteerde’

Er wordt nogal wat gezongen in het Lukas evangelie, alleen al in de eerste twee hoofdstukken vinden we vijf lofzangen, waarvan ook één van Zacharias. ‘Zijn mond werd geopend en zijn tong losgemaakt en hij sprak, terwijl hij God zegende’ (1:64). Maar de inhoud van wat Zacharia zegt gaat niet over zijn zoon, Johannes, maar over Gods Zoon, de Messias van Israël die verlossing voor het volk Israël zou bewerken. Het is een lofzang en een profetie over de verlossing van Israël (vs.68-70), van overwinning over hun vijanden (vs.77-79), van vergeving van zonden en herstel (vs.76-77) en tenslotte over de toekomst (vs.78-79). En van die Messias was Johannes de voorloper en aankondiger, is dat geen reden om te juichen en te zingen? ‘Verheug u in de Here en juicht, gij rechtvaardigen; jubelt allen, gij oprechten van hart’ (Ps.32:11).  Met een lofzang sluit Zacharia zijn getuigenis af, voor zover dat in de Heilige Schrift is opgenomen. Hoe sluiten wij ons aardse getuigenis af, ook met een lofzang aan God? Wij hebben een prachtig getuigenis van een tijdgenoot van Zacharia, namelijk Anna en van haar is in het evangelie naar Lukas het volgende vermeld: ‘En er was een profetes, Anna, een profetes, een dochter van Fanuël, uit de stam van Aser; deze was op zeer hoge leeftijd gekomen, nadat zij na haar maagdelijke staat zeven jaar met haar man had geleefd. En zij was een weduwe van ongeveer vierentachtig jaar, die niet uit de tempel week, terwijl zij met vasten en bidden God diende, nacht en dag. En zij kwam op datzelfde ogenblik daarbij en loofde God en sprak over Hem tot allen die de verlossing van Jeruzalem verwachtten’ (Luk.2:36-38).

______________________________________________________________________________________________________________________