Diverse Onderwerpen – Zij zullen de leugen geloven – Nieuw Testament – 2 Thessalonicenzen

5 augustus, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Bijbelboeken: 2 Tessalonicenzen

Diverse Onderwerpen

‘Zij zullen de leugen geloven…’

2 Thessalonicenzen 2:8

Inleiding

Het onderwijs met betrekking tot de Opname van de gelovigen c.q. de Gemeente, had Paulus al in zijn eerste brief aan de gelovigen te Thessaloniki uiteengezet. In deze brief, en in het bijzonder in dit hoofdstuk, legt hij aan hen uit dat de ‘dag des Heren’ nog niet gekomen was en dat deze niet eerder zou komen voordat er een aantal zaken moesten gebeuren. Waarom dachten de gelovigen in Thessaloniki dat de ‘dag des Heren’ al gekomen was? Ze hadden namelijk een brief ontvangen, als van Paulus geschreven, dat die dag al aangebroken zou zijn. Hij vraagt hen dat ze rustig blijven, en vertrouwen bij het onderwijs te blijven dat hij eerder had gegeven betreffende de ‘bijeenvergadering tot Christus’, en zich niet zo snel van de wijs te laten brengen. Mogelijk hadden ze niet goed opgelet, of waren bepaalde onderdelen van Paulus’ onderwijs op de achtergrond geraakt, want Paulus verwijst naar het onderwijs over het onderwerp toen hij bij hen was geweest (2:5).

De Dag des Heren

Het onderwijs van de eerste brief aan de Thessalonicenzen gaat over de Opname waardoor de gelovigen de Heer tegemoet gaan in de lucht. Dit kan elk moment gebeuren en er hoeven geen gebeurtenissen aan vooraf te gaan. Het onderwijs in Paulus’ tweede brief aan de Thessalonicenzen gaat over Christus zichtbare komst op aarde voor Israël en de volken en daaraan gaat de zgn. ‘dag des Heren’ aan vooraf. De ‘dag des Heren’ is duidelijk een dag van oordeel en verschilt in ernstige mate van de bijeenvergadering van de gelovigen tot Hem. De ‘dag van de Heer’ is een dag van oordelen die aan het Messiaaanse rijk voorafgaan en is synoniem met: ‘de tijd van benauwdheid’ – ‘het uur van de verzoeking’ – ‘de dag van de verbolgenheid des Heren’ – ‘gramschap’ – ‘toorn’ – ‘de grimmigheid’. Voor de ‘dag des Heren’ zie: Jes.2:12, 13:6, 9; Ez.13:5, 30:3; Joel1:15, 2:1, 11, 31, 3:14; Am.5:18, 20; Ob.vs.15; Zef.1:7, 14; Zach.14:1; Mal.4:5; Hand.2:20; 1Thes.5:2; 2Thes.2:2; 2Petr.3:10. En daarover was verwarring ontstaan: had God zijn programma veranderd? Had Paulus niet gezegd dat ze gered zouden worden voor de komende toorn (1Thes.1:10: 5:9)? Paulus geeft daarop als antwoord dat de ‘dag des Heren’ niet eerder komt dan dat eerst een aantal gebeurtenissen plaatsvinden.

Overzicht van de gebeurtenissen

Ten eerste, de afval moet eerst plaatst vinden (2:1-3).

Hier wordt niet gesproken over ‘verval’ van het bijbels geloof, maar over de ‘afval’ daarvan! Verval van de Bijbelse leer, normen en waarden is er altijd geweest, maar de afval daarvan gaat verder. Er is een kenmerkend verschil met de begintijd van het christendom en de eindtijd! ‘Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof’ (1Tim.4:1). En: ‘Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: 2want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 3liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, 4verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben’ (2Tim.3:1-5). De symptomen van de eindtijd zijn nu al duidelijk zichtbaar in het christendom. In één generatie, van ná de tweede-wereldoorlog tot op vandaag zijn de veranderingen groot. De kerken lopen al decennialang leeg en het Woord van God is schaars geworden (1Sam.3:1), en dat vooral in Europa.

Ten tweede, de tempel moet herbouwd zijn (2:4-5).

Het is heel bijzonder dat in 1948 de staat Israël ontstaan is als een voorvervulling van de bijbels profetieën die een herstel daarvan aankondigen. Wie de laatste jaren Jeruzalem bezocht heeft weet dat er plannen zijn om de tempel te herbouwen. In de oude stad Jeruzalem is er zelfs een pand waarin een organisatie huist, The Temple Institute’, die de bouw van een nieuwe tempel actief promoot en voorbereid.

Ik heb dat Instituut een paar jaar geleden mogen bezoeken en me van de voorbereiding kunnen overtuigen. Hoe dit zich verder zal ontwikkelen is af te wachten maar de plannen zijn er. Deze tempel zal er in elk geval zijn wanneer de mens van de zonde zich openbaart en zich daarin gaat plaatsnemen.

Ten derde, de mens van de zonde moet geopenbaard worden (2:6-12).

Wie is die ‘mens van de zonde’ of ‘de zoon van het verderf’? Algemeen wordt aangenomen dat dit de, elders in het Nieuwe Testament, aangekondigde antichrist is. Dat voert ons naar het boek Openbaring waarin we daarover nog meer bijzonderheden vermeld vinden. Daar wordt in hoofdstuk 13 gesproken over twee beesten, waarvan de ene, die uit de zee opstijgt, het Hoofd van het herstelde Romeinse Rijk is, en de ander, die uit de aarde opstijgt, de zgn. valse profeet, die twee horens had gelijk een lam en hij sprak als de draak. Deze zal ervoor zorgen dat er voor het beest een beeld gemakt zal worden, en we denken dan aan de ‘gruwel der verwoesting’ waarvan gesproken is door de profeet Daniël (Mat.24:15). We kunnen hierin een valse drie-eenheid ontwaren: het beest uit de zee, het beest uit de aarde en het beest, de satan (Op.20:10).

Ten vierde, de tegenhouder moet weggenomen zijn (2:13-17).

De tegenhouder is de heilige Geest die zal worden ‘weggenomen’ van de aarde met de Opname van de gelovigen’. Dat wil echt niet zeggen, zoals sommigen menen dat Gods Geest daarna niet meer kan werken. De Geest werkte voordat Hij op aarde kwam wonen en zal dat daarna ook nog kunnen. Het boek Openbaring spreekt over een grote schare uit de grote verdrukking die voor het Lam staan (Op.7:9-12) en dat is toch zonder tekort te doen aan menselijke activiteit, een werk van Gods Geest! Over dit vierde punt is heel wat discussie gevoerd. Zie daarvoor mijn artikel in de rubriek Eschatologie: De weerhouder.

Ze zullen de leugen geloven

Wat moeten we daaronder verstaan? Wat is dan die leugen, waaruit bestaat ze? De Heer Jezus had daar al eerder naar verwezen toen Hij zei: ‘Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en u neemt Mij niet aan; als een ander komt in zijn eigen naam, die zult u aannemen’ (Joh.5:43).

Maar laten we eerst eens kijken wanneer en in welke tijd de mensen met deze leugen zullen geconfronteerd worden? Het zal een tumultueuze tijd zijn, vol van unieke gebeurtenissen, om het met de woorden van Lukas te zeggen: ‘Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid door het bruisen van de zee en watergolven (dit zijn de volkeren), terwijl de mensen het besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk zullen komen; want de krachten van de hemelen zullen wankelen’ (Luk.21:25-26). Elders heeft de Heer Jezus aangekondigd: ‘Vele valse profeten zullen opstaan en zij zullen velen misleiden. En omdat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van de velen verkoelen’ (Mat.24:11-12). Het centrum van de toekomstige gebeurtenissen zal liggen in Israël, in Jeruzalem beter gezegd. Verder zal het herstelde Romeinse Rijk, dan bestaande uit tien landen, geregeerd worden door een dictator, het beest uit de zee (Op.13:1) wat gepaard zal gaan met grote politieke spanningen vooral in Europa. Het Midden-Oosten zal gekenmerkt worden door militair geweld en zal gericht zijn op het land Israël. De onverklaarbare verdwijning wereldwijd van een groot aantal mensen – de Opname – zal dan juist achter de rug zijn. En dan, in die wereld zal er iemand opstaan en zeggen dat hij de messias is die vrede en orde zal brengen, de Antichrist, en dat is het moment en de man waarop veel mensen hebben gewacht! Iemand die orde zal brengen in een wanordelijke wereld! De komst van die valse messias zal gepaard gaan ‘met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid’ (2Thes.2:9). Het zal een indrukwekkend gebeuren zijn! Er zal zelfs een beeld voor hem gemaakt worden, die men dient te aanbidden. De mensen zullen een merkteken krijgen op hun rechterhand of hun voorhoofd, waardoor men wel of niet deel kan blijven uitmaken van de maatschappij. Onvoorstelbaar? Misschien vijftig jaar geleden, maar nu toch niet meer?

Ja, zij zullen de leugen geloven. Wie? Wel de mensen ‘die de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden’ (2Thes.2:10). En wat doet God? Geeft Hij ze een tweede kans? Neen, Hij zendt hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven; ze zullen het oor van de waarheid afkeren en zich tot de fabels wenden (2Tim.4:4). Ze zullen hem aannemen die komt in zijn eigen naam, de antichrist, de vader van de leugen, de mensenmoordenaar van de beginnen.

Verblind God de mensen voor de waarheid?

God heeft toch de mensen lief en wil toch dat allen tot de kennis van de waarheid komen? (1Tim.2:4). Maar er is ook zoiets al verharding, die God toepast als een mens voortdurend ongehoorzaam is (Ex.4:21). Of als iemand alle zegeningen die hij ontvangen heeft als normaal aanvaard en het verkrijgen daarvan aan zichzelf toeschrijft (Deut.8:11-20). Of in opstand tegen God komt vanwege tegenslag en lijden en daarbij een houding ontwikkeld die God de schuld geeft (Ps.95:7-9). Verwerping van een verdiende tuchtiging door God (Spr.29:1). Weigeren om te luisteren dat tot het verlies van onderscheid lijdt (Zach.7:11-14). Weigeren om te luisteren met het voornemen niet te gehoorzamen (Mat.13:11-16).

Verblind God de mensen? Om dat te kunnen begrijpen moeten we weten Wie God is. (1) God is rechtvaardig (Ps.11:7). (2) God schiep een wereld die goed was maar door de val van de mens in zonde in gevallen (Rom.5:12). Er komt een moment waarop God herstel voor deze wereld komt brengen ((Op.21:1). (4) God is sterker dan de boze en het kwaad (Mat.13:41-43; Op19:11-21). (5) God laat het kwaad zijn gang gaan maar heeft er controle over. God heeft het kwade niet geschapen, en geeft kracht aan iedereen die erover wil heersen (Mat.11:28-30). (6) God gebruikt het goede en het kwade om tot zijn doel te komen (Gen.50:20; Rom.8:28).

 De Bijbel toont ons dat er een dag komt waarop God, die het kwade haat, dat voor eens en altijd zal wegdoen (Op.20:11-15). God verleidt niemand tot het kwade. Zij die zich echter toeleggen om het kwade te doen, kunnen van kwaad tot erger vervallen om onder het oordeel van God te vallen (Ex.11:10). Het is niet nodig dat wij alles te weten komen hoe God deze wereld bestuurd om een volmaakt vertrouwen te hebben in Hem die absolute macht en gezag heeft over het kwade en zijn totale liefde voor ons (Rom.11:33-36). En vergeet niet, wij hebben te maken met een heilige God, die te rein van ogen is om het kwaad te zien, en die het onrecht niet straffeloos kan aanschouwen! (Hab.1:13)

Een oproep

 ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.

‘Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt’ (Op.3:20-22)

_________________________________________________________________________________________________________________________________________